Wat vind je belangrijk in jeugdboeken?
Als je wil dat de lezer plezier beleeft aan je verhaal, dan moet je dat plezier in je boek stoppen. Een goed jeugdverhaal staat bol van de actie en heeft heel veel vaart. Volle gas vooruit! Het mag spannend zijn, of soms een beetje griezelig, maar het moet - moet! - absoluut grappig zijn.
Wanneer begon je met schrijven?
Ik schreef mijn eerste verhaal toen ik zes was, tijdens de kerstvakantie van het eerste leerjaar. Het was een rebelse daad, want de opdracht van de juf was eigenlijk een tekening maken. Daar hing mijn verhaaltje aan het bord, tussen al die kleurrijke tekeningen. Iedereen vond dat een beetje raar. Een beetje raar ben ik gelukkig gebleven.
Waar groeide je op?
Ik groeide op tussen de bossen en de heuvels van Aarschot, een gezellig middeleeuws stadje aan de Demer. Een oeroud gebouw in Aarschot - de Aurelianustoren - kreeg zelfs een gastrol in Wille.
Las je veel als kind?
Enorm veel. Wanneer ik (weer eens) zonder boeken zat, las ik de etiketten op de boodschappen of gebruiksaanwijzingen. Hardop, tot mijn naasten er genoeg van kregen en me naar de bib of de dichtstbijzijnde boekhandel sleepten.
Wat is je favoriete bib?
Ik hou van elke bib, maar mijn allerfavorietste bib bestaat alleen nog in mijn herinnering. Tot 2000 zat de Aarschotse bib in de kloostergebouwen van het middeleeuwse Gasthuis. De zaaltjes en de gangen rond de binnenplaats stonden tjokvol boekenrekken. Het was er donker en mysterieus in de winter en heerlijk koel in de zomer. Ik kan er nog steeds in gedachten rondlopen en weet zelfs nog waar mijn lievelingsboeken stonden. Als ik nu terug wat van die sfeer wil opsnuiven, trek ik naar de Mechelse bib in het Predikheren.
Waarom koos je Van Gas als schrijversnaam?
Het bekt niet alleen lekker kort en krachtig, het is ook een knipoog naar de clown die ik als leerling was. Dat komt zo:
(Leerkracht, eerste dag van het schooljaar) 'Kurt, doe je alsjeblief even rustig?'
(Dezelfde leerkracht, op de tweede dag) 'Mijnheer Van Gasse, stop met de les te storen of er zwaait wat!'
(Dezelfde leerkracht, op de derde dag, roodaangelopen en briesend) 'VAN GAS! B... B... BUITEN!'
Wat was het eerste boek dat je ooit las?
De titel en de schrijver zitten ergens diep verstopt tussen de spinnenwebben van de rommelzolder van mijn hoofd, maar het ging over drie wetenschappers die in een wonderlijk voertuig als een mol door de aarde konden reizen. Zo stootten ze op een diepe grot, waarin vreemde mannetjes woonden. Die waren niet blij met het onaangekondigd bezoek, dus daar kwam hommeles van. Het was een goed boek, want ik ben nooit meer gestopt met lezen.
Ben je getrouwd?
Ja hoor, met Eveline. Ze runt een dansschool met driehonderd uitgelaten kinderen en houdt evenveel van boeken als ik. Samen hebben we drie kinderen: een zoon en tweelingdochters.
Heb je huisdieren?
Mijn huisgenoten en ik zijn de persoonlijke slaven van Matilda de kat.
Wat is het ergste dat een leerkracht ooit tegen je heeft gezegd?
'Op plaats vijf in de rangschikking van de grootste clowns van mijn carrière als leerkracht: Van Gas!'
Wat?! Niet eens top drie?